Warmtehuishouding bij nachtvlinders

 

Nachtvlinders kunnen 's nachts geen gebruik maken van de zon als warmtebron, zij reguleren hun lichaamstemperatuur dan ook op een andere wijze dan dagvlinders. Wanneer je een nachtvlinders overdag vindt en hem aanraakt zal hij vrijwel nooit direct wegvliegen, je ziet de vlinder eerst, gedurende een korte periode, met zijn vleugels trillen. De warmte die met deze spieractiviteit wordt geproduceerd kan worden vastgehouden dankzij de dichte lichaamsbeharing bij nachtvlinders. De lichaamsbeharing functioneert als een soort bontjas. Een bijkomstig gunstig effect van de dichte lichaamsbeharing bij nachtvlinders is dat de ultrasone geluiden, die door vleermuizen worden uitgezonden om hun prooi te lokaliseren worden gedempt.

De voorvleugels van veel nachtvlinders zijn vaak zo gekleurd dat de vlinder opgaat in de omgeving. De goede schutkleuren moeten de vlinders beschermen tegen visuele predators. De achtervleugels van nachtvlinders zijn vaak fel gekleurd en worden getoond op het moment dat een vlinder verstoord wordt door een potentiële vijand. De verwarring die ontstaat bij de vijand na het zien van de fel gekleurde achtervleugels gebruikt de vlinder om zijn vliegspieren op te warmen om zo alsnog te kunnen ontsnappen.

Cerura vinula, Grote hermelijnvlinder

Smerinthus ocellata, Pauwoogpijlstaart Smerinthus ocellata, Pauwoogpijlstaart

Dichte lichaamsbeharing

Perfecte schutkleur

Felgekleurde achtervleugels